In de zeehondenopvang is dit een drukke tijd. Het is namelijk het geboorteseizoen van de gewone zeehond. Grijze zeehonden worden in de winter geboren, gewone nu. Dat betekent veel telefoontjes van bezorgde strandgangers, veel autoritten naar het strand en uiteindelijk ook een aantal pups in de opvang. Op het moment van schrijven hebben we er vier.

Vaak geen probleem
Als we elke pup die wordt gemeld zouden opvangen, zouden we bij lange na niet genoeg verblijven hebben. Maar gelukkig is dat helemaal niet nodig. Vaak is het loos alarm en heeft de pup geen hulp nodig. Gewone zeehonden zwemmen na de geboorte meteen met hun moeder mee, maar worden ook geregeld alleen gelaten. Dan kan de moeder even flink op jacht, om krachten op te doen voor het produceren van haar vette melk. De moeder kan haar jong wel tot acht uur alleen laten!
Rusten op het droge
Meestal laat de moeder haar jong achter op een zandbank, buiten ons zicht. Ligt zo’n pup op het strand, dan komen mensen hem tegen. En die maken zich al snel zorgen! Ons eerste advies is altijd ‘afstand houden en honden aanlijnen’. In principe kan je ervan uitgaan dat de pup ligt te rusten en dat je hem verstoort. Een jonge zeehond heeft veel rust nodig. Als hij het water in vlucht kan dat ervoor zorgen dat zijn moeder hem niet meer terugvindt. Hij kan zelfs verdrinken door vermoeidheid!
Gewicht als maat
Wij gaan altijd kijken bij een melding en beoordelen ter plekke of de pup hulp nodig heeft. Als we twijfelen of er nog wel een moeder is die voor het jong zorgt, wegen we hem en geven hem een markering met blauwe verf om hem herkenbaar te maken. Ligt hij de dag erna nog steeds op het strand, dan wegen we hem opnieuw. Zeehondenmelk is zó vet, dat een melkdrinkende pup in een dag wel een kilo aankomt. Is de pup afgevallen, dan weten we dat hij niet gezoogd is.
Jagen uit instinct
Zeehonden zorgen maar een maand voor hun jong. In die tijd wordt de pup gezoogd, maar hij leert niet om vis te vangen. Dat doet hij later vanzelf, uit instinct. Dat maakt zeehonden ook zo ‘geschikt’ voor de opvang: een roofdier dat leert jagen van zijn moeder, kun je eigenlijk niet terugbrengen naar het wild als hij in een opvang is opgegroeid. Bij zeehonden is dat geen probleem. Een jonge zeehond die gespeend is, valt trouwens ook af, maar dat is normaal. Pas als hij honger krijgt, gaat hij op jacht. In die periode is gewichtsverlies dus geen goede maat om te bepalen of een dier opvang nodig heeft.