In de Vogelopvang hebben we verschillende soorten en maten verblijven om dieren in te huisvesten. Sommige zijn verplaatsbaar, andere zitten vast. Ze hebben een nettenbodem, een waterbadje, kunnen verduisterd worden of bevinden zich achter de schermen. Wij kiezen steeds per vogel en afhankelijk van zijn situatie het verblijf wat op dat moment het beste voor het dier is.

Eerst binnen
Als een vogel bij ons binnenkomt, willen we hem meestal de eerste tijd goed in de gaten houden. Vaak zijn ze ook heel zwak. Twee redenen om zo’n dier binnen in de Vogelopvang te huisvesten. We kiezen dan een verblijf dat bij de vogel past. Zeevogels plaatsen we meestal in grote bakken met een nettenbodem. Voor eendenkuikens hebben we waterdichte bakken met een zwemgedeelte erin. En langs de wand zijn hokjes die verduisterd kunnen worden. Deze zijn geschikt voor zangvogels, maar gebruiken we ook voor de eerste opvang van uilen en roofvogels.
Kerkuil
We hebben op het moment een kerkuil in de opvang. Ook deze vogel hebben we eerst in een wandhok geplaatst. Hij kon niet vliegen, maar wat hem precies mankeerde was niet echt duidelijk. Inmiddels eet hij zelf en gaat het een stuk beter met hem. Daarom is hij verhuisd naar de grote volière aan de achterkant van de Vogelopvang. Hier heeft hij meer ruimte en is het veel rustiger.
Te zien door kijkscherm
Ook zee- en watervogels plaatsen we, nadat we ze de eerste tijd binnen hebben verzorgd, in een ander verblijf. Daarbij kunnen we kiezen uit verblijven die aan de vogelvijver vastzitten en verblijven die achter de schermen zijn. De vogelvijver is zichtbaar voor publiek, maar wel afgeschermd. In het kijkscherm zitten openingen waar je doorheen kunt kijken zonder de vogels te verstoren. We willen onze bezoekers namelijk graag zoveel mogelijk van ons werk laten zien, maar dan wel met zonder dat de dieren er last van hebben.
Houden of doorplaatsen
In onze Vogelopvang zijn we gespecialiseerd in zeevogels zoals meeuwen, jan-van-genten, zeekoeten en aalscholvers. De meeste landvogels en kleine zoogdieren plaatsen we na een eerste opvang door naar collega-asielen. Als we inschatten dat een vogel voor korte tijd zorg nodig heeft en we hebben er ruimte voor, dan houden we hem wel tot hij weer terug de natuur in kan. Ook de kerkuil hebben we om die reden gehouden.