In de opvang heeft elk seizoen zijn eigen soort zeehonden en reden van opvang. We kunnen er de klok bijna op gelijk zetten! Omdat tussen het geboorteseizoen van gewone en grijze zeehonden een half jaar zit, zijn er twee typische pup-seizoenen: de zomer en winter In de herfst is de piek van de longwormpatiënten. Daar komen we nu in.

Moeder kwijt
Gewone zeehonden krijgen in juni-juli hun jongen, grijze zeehonden in december-januari. In deze periodes kunnen ze in de opvang belanden als ze het contact met hun moeder verliezen. Zeehondenmoeders zorgen maar kort voor hun jong, ongeveer een maand, maar deze zorg is wel essentieel voor de pup. Verliest hij in de zoogperiode het contact met zijn moeder, dan is opvang noodzakelijk voor zijn overleving.
Mee naar opvang
Als er een zeehond wordt gemeld, gaan wij op zoek naar het dier en beoordelen de situatie. In principe nemen we hem niet meteen mee naar de opvang. Door hem met een spray te markeren, maken we hem herkenbaar. We observeren hem dan minstens 24 uur om te weten te komen of hij echt opgevangen moet worden. Alleen als dat overduidelijk is, bijvoorbeeld als het om een ernstig ziek of gewond dier gaat, nemen we hem meteen mee.
Op jacht
Zeehondenmoeders zogen hun jongen 3-4 weken. Na deze periode verlaat de moeder de pup en begint zijn zelfstandige leven. Gespeende pups gaan meestal niet direct op jacht naar vis. Ze zijn zo volgegeten van de vette zeehondenmelk dat ze helemaal geen honger hebben. Het is dus normaal dat een gespeende pup eerst wat afvalt. Krijgt hij honger, dan gaat hij jagen. Hij leert dit niet van zijn moeder, maar weet instinctief hoe dat moet.
Longwormen
Met de vis krijgen zeehonden automatisch eieren van longwormen binnen. Een zeehond met een goede weestand kan ertegen, maar bij een verzwakte zeehond kunnen de wormen tot een ernstige infectie lijden. Dit overkomt eigenlijk alleen jonge dieren, daarom noemen we het een kinderziekte. Dieren met een longworminfectie krijgen we vooral in de herfst binnen. Dat zijn dan jonge gewone zeehonden die net zelfstandig zijn en een verminderde weerstand hebben. Na een herstelperiode in de opvang krijgen ze een tweede kans. Het is nu de tijd dat we gewone zeehonden met longwormen in de opvang hebben. Kom maar kijken!