Heb je wel eens vuursteen gevonden op het strand? Wist je dat de kiezel van de vuursteen afkomstig is van miljoenen eencellige kiezelwiertjes? Diatomeeën of kiezelwieren zijn belangrijk in zee. Ze zetten heel veel zonne-energie om. Ze zijn hoofdvoedsel voor allerlei kleine planktoneters, zoals roeipootkreeftjes en vislarven, die op hun beurt weer op het menu staan van grotere vissen. Zo staan de kiezelwieren aan de basis van het voedselweb in zee. Kiezelwieren leven in het water en op de zeebodem. Ze worden tot een paar tienden van een millimeter groot.
Kiezelwieren zijn een deksel-en-doos
Elk kiezelwiertje leeft in een huisje van kiezel, dat uit twee delen bestaat, een dekseltje en een doosje. Ze hebben prachtige vormen, met gaatjes en puntjes, als een bonbonschaaltje. Net als andere planktonplantjes kunnen kiezelwieren zich snel vermenigvuldigen. De twee delen van het huisje scheiden zich van elkaar en aan elk stuk wordt een nieuwe helft gevormd. Die is altijd een beetje kleiner dan de oude, zodat na iedere deling één van de twee nieuwe algen even groot is als de oorspronkelijke cel en de andere iets kleiner. Na heel veel delingen zitten sommige cellen in een te klein huisje. Dan groeit zo’n kleine cel eerst tot de normale omvang uit en maakt dan pas weer een huisje. Vaak blijven na deling de cellen aan elkaar klitten, zodat ze ketens en linten vormen. In zo’n keten leidt elke cel onafhankelijk van de andere zijn leven.
Fosfaat en kiezelwieren
Kiezelwieren hebben meer nodig dan zonlicht. Om te groeien gebruiken ze voedingsstoffen. Behalve silicium voor hun skelet (de kiezel!) zijn ze ook afhankelijk van stikstof en fosfaat. In de jaren 80 van de vorige eeuw waren er veel te veel van die stoffen in zee. Dat kwam door de lozing van afvalwater. De algen in zee groeiden veel te hard en gebruikten teveel zuurstof uit het water. Dat verschijnsel heet eutrofiëring. Na allerlei acties worden er nu minder van deze stoffen in het water geloosd. Vooral fosfaten zijn er nu minder in het kust- en waddenwater. Onderzoek naar kiezelwieren in de Waddenzee heeft aangetoond dat sommige algen daar weinig invloed van hebben ondervonden. Maar het verminderen van fosfaten zorgt er wel voor dat er minder kiezelwieren in de Waddenzee zijn.
Kiezelwier en verdediging
Roeipootkreeftjes eten kiezelwieren. Maar die scheiden als afweer een stof af die de eieren van roeipootkreeftjes onvruchtbaar maakt. Deze stof is misschien te gebruiken als medicijn tegen kanker. Sommige soorten diatomeeën hebben cadmium in plaats van zink in hun lichaam. Voor de meeste levende wezens is cadmium zwaar giftig, maar niet voor deze gifwiertjes. Zo zijn ze beschermd door hun eigen giftigheid.
Bodembewoners en kiezelwier
Er zijn ook soorten kiezelwieren die niet in het water zweven, maar op wadplaten groeien. Onderzoekers noemen ze ‘bentische diatomeeën’. Deze bodemalgen vormen daar suikers die een plakkerige laag vormen. Die laag heet de algenfilm. De algenfilm zorgt ervoor dat het slik niet zo gauw weg spoelt. In het voorjaar zijn hele stukken wad bruinachtig gekleurd van de kiezelwieren (zie foto). De bentische diatomeeën op de slikplaten vormen het voedsel voor talloze grazende bodemdieren, zoals wadslakjes en slijkgarnalen. Veel schelpdieren, zoals nonnetjes en slijkgapers, hebben een soort stofzuigerslang (sipho) waarmee ze de kiezelwieren van de bodem zuigen.
Drijfvermogen van kiezelwieren
Veel diatomeeën hebben allerlei uitsteeksels in de vorm van haren en stekels. Daardoor kunnen ze beter drijven en zweven in het water. Sommige soorten hebben een oliedruppeltje in hun huisje om hun zweefvermogen te vergroten. Verder dienen de ingewikkelde groefjes, putjes en gaatjes op de huisjes ook om het oppervlak en daarmee het drijfvermogen te vergroten. Tenslotte kan een platte cel beter drijven dan een bolle cel.
Kenmerken van kiezelwier
- afmetingen:
tot enkele tienden van millimeters
- bloeit:
komt snel tot groei en voortplanting in het voorjaar
- groeiplaats:
vrije waterkolom of als laagje op de zeebodem
- bijzonderheden:
enorme verscheidenheid aan kleuren en vormen
Namen
- Ned: Kiezelwieren (diatomeeën)
- Lat: Diatomeae, Bacillariophyceae
- Eng: Diatoms
- Dui: Kieselalgen (Diatomeen)
- Dan: Kiselalger
WWW