Sønderjylland bestaat uit de gebieden rond Esbjerg en Ribe, Misthusum, Tøndermarsk, de Margrethe-kog en Jordsand. Van Hjerting tot Esbjerg loopt de stuwwal uit de ijstijd direct door tot de Waddenzee, waar hij eindigt in een steile oever nabij Myrtue en Marbæk. Deze stuwwal bestaat uit een mengsel van keien, zand en leem dat ontstaan is door de schurende werking van een gletsjer op onderliggend gesteente. Vanaf Esbjerg naar het zuiden beschermt een dijk de kust tegen de zee.
Esbjerg
Esbjerg is de enige grote stad in de omgeving van de Deense Waddenzee en is met zijn 85.000 inwoners de vijfde stad van Denemarken. Het is de hoofdstad van Zuidwest-Jutland. De haven werd pas rond 1868 aangelegd. In 2005 werd de grote vismeelfabriek bij gebrek aan aanvoer gesloten. Dat was vrijwel het einde van Esbjerg als visserijhaven.
Misthusum
Misthusum is een groep terpen, die bewoond werden door Friese boeren op de kleigronden. In de laagvlakte van Ballum, tussen Skaerbaek en Højer, bevinden de resten van in totaal acht terpen uit de Middeleeuwen.
Margrethe-Kog
In 1981 werd aan de Duits-Deense kust, met hulp van Duitsland, de Margrethe-kog ingepolderd. Onderdeel van deze polder is de Vidi-sluis die onder andere het water van de Vidi in de Noordzee laat wegstromen. De nieuwe polder is vooral als kustverdedigingsmaatregel bedoeld. In de polder ligt een zoutwatermeer, bedoeld als een vervanging voor het verlies aan buitendijks gebied na de inpoldering. De kleipolders van de Margrethe-kog worden alleen als weiland gebruikt.
Jordsand
De zandbank Jordsand bevindt zich in het Listerdiep bij Højer. De zandbank is 40 vierkante kilometer groot. Op het hoogste punt ervan lag de Hallig Jordsand. Tegenwoordig herinnert alleen een kale uitkijkpost nog aan dit voormalige grote eiland. In de winter van 1998/1999 verdween het laatste restje van het eiland. Rond het jaar 1200 had Jordsand een oppervlakte van 2000 hectare. Waarschijnlijk was het toen met Jutland en Sylt verbonden. Rond 1807 had Jordsand nog maar een oppervlakte van 42 hectare en in 1895 werd de laatste terp door de zee verzwolgen.