Stel je voor: je bent als dier afhankelijk van een harde ondergrond om je op te vestigen en je leeft in de Noord- of Waddenzee. Dan is de keuze voor plekken om op te leven vrij beperkt; de bodem is overal zandig. Palen, schepen en dieren met een harde buitenkant zijn dan goede opties. Die raken dan ook snel bezet!

Vastzetten

Niet alle dieren is zee zijn vrijlevend. Sommige soorten, denk bijvoorbeeld aan zeeanemonen, zeepokken en sponzen, maar ook mosselen, alikruiken en oesters, zetten zich na de larvale fase vast. De meeste kunnen zich dan nog wel losmaken en naar een andere plek bewegen, maar in principe zitten ze vast. Om zich goed vast te kunnen hechten, hebben ze een stevige ondergrond nodig.

Verschillende opties

Naast de niet-levende harde materialen, zoals palen en scheepshuiden, zijn ook dieren met een harde buitenkant een mogelijke vestigingsplaats. Zo leven er vaak zeepokken op krabben en schelpen. Ook zeerasp is een dier dat op schelpen voorkomt. Vooral op slakkenhuizen die bewoond worden door heremietkreeften zie je ze geregeld. Zeerasp ziet eruit als grof schuurpapier en bestaat uit heel kleine poliepen. Mosselen en oesters groeien op allerlei harde oppervlaktes, maar maken ook zelf banken waarbij ze zich aan elkaar vastzetten. Zo ontstaat een groot oppervlak met hard substraat, waar andere dieren weer van kunnen profiteren.

Meeliften

Voor een krab is het geen probleem als er zeepokken met hem meeliften. Zeepokken zijn geen parasieten, ze filteren zelf hun eten uit het water. Hetzelfde geldt voor zeerasp. Voor de meelifters is het handig dat er met ze wordt rondgewandeld. Daardoor krijgen ze steeds nieuw water om te filteren. Krabben raken hun gasten weer kwijt als ze verschalen. Vanwege hun harde buitenkant – dit heet een exoskelet – kan een krab alleen groeien door zijn oude schaal af te werpen en een nieuwe, grotere, te vormen. De meelifters blijven dan achter op de oude schaal.

Niks voor filterfeeders

Het water in ons Zeeaquarium is niet geschikt voor dieren die hun voedsel uit het water filteren. Dat filteren hebben wij namelijk al gedaan, omdat we graag helder water willen. De mosselen die je bij ons ziet, zijn dan ook bedoeld als voedsel voor de zeesterren. Ze houden het best een tijdje vol bij ons, maar krijgen geen energie uit het water. Ook voor zeepokken valt er bij ons niks te eten. Onze krabben zijn dan ook helemaal schoon!